vrijdag 9 mei 2014

Een bijzondere vondst


De kust van Naarden was in de jaren vijftig van de vorige eeuw nog het uiterste zuidelijke deel van het IJsselmeer. Bij sterk aflandige wind kon het gebeuren dat al het water weggeblazen werd richting Afsluitdijk. De kustlijn werd zo honderden meters verlegd naar het noorden. In mijn beleving, als jongen van een jaar of dertien, leek het dan net of de waterlijn pas begon tussen Muiderberg en Valkeveen. Een groot stuk watergebied viel droog en bood voor jongetjes perspectief. Je kon een machtig stuk in zee lopen over het drooggevallen slib. Zo ging het ook eens in de vijftiger jaren. De precieze datum weet ik niet meer maar tijdens een herfstvakantie blies er eens een zéér krachtige aflandige wind. Wij, een stelletje jongens en buurtgenootjes, zochten elkaar zoals altijd op. Trokken er op deze winderige morgen gezamenlijk op uit richting koeienzee want daar was misschien wat te beleven.
Via de Admiraal Helfrichweg naar Fort Ronduit. Aangekomen bij de koeienzee, zoals wij altijd spraken, was er niets anders te zien dan alleen maar slibgrond. Het water was weggetrokken, was bijkans niet meer te zien. Een machtige uitdaging om over het slib te lopen. Lekker over het slib banjeren was een ultieme vrijetijdsbesteding. Schoppen tegen van alles en nog wat dat te vinden was.
Zo ging het een poosje door tot ik tegen een door mosselschelpjes begroeide en min of meer vierkant object stootte, niet veel groter dan een kei. Vreemd, maar het rolde niet om en kwam niet van zijn plaats. Ik bukte me en raapte het op. Wel zwaar voor een steen, roestbruin gekleurd en vol met aangroeisels. Ik nam het mee naar de oever en liet het op het weggetje achter het Fort op de grond vallen. Tot mijn verbazing spatte de buitenste schil in twee delen van het object af en lag er aan mijn voeten een ijzeren kanonskogel. Een trofee! Triomfantelijk nam ik alles mee naar huis. Het omhulsel kwam in de schuur terecht en na verloop van tijd verdween dat in de vuilnisemmer. De kogel schoongemaakt kwam op een tafeltje te liggen naast mijn bed op zolder. Veel heb ik gedagdroomd hoe of de kogel nu op het slib terechtgekomen was. Hele zeeslagen zag ik in mijn verbeelding de revue passeren. Trots als een "ouwe aap" was ik met mijn kanonskogel.
Tot het moment dat hij van mijn tafeltje verdwenen was. Navraag bij mijn broer, mijn moeder leverde niets op. Langzaam verdween de kogel uit mijn gedachte en maakte plaats voor andere belangrijke dingen in een jongensleven. Pas veel later, ik was al het huis uit en getrouwd, kwam de waarheid van de verdwenen kanonskogel aan het licht. Ach... je weet hoe het kan gaan, een groot gezin, alle dubbeltjes tellen. Mijn kanonskogel zal bij "Janus Beekveld" de plaatselijke opkoper van vodden en oud ijzer terecht gekomen zijn. Weer een dubbeltje in moeders portemonnee en dat was mooi meegenomen toch? Éh boos? Ach nee, eerder berustend en begripvol.
Nu op zaterdag 10 mei 2014 bij het tweehonderdjarig herdenken van het beleg van Naarden, de belegering van de vesting door de geallieerde troepen op de in de vesting verblijvende Franse bezetters, realiseer ik me dat mijn kanonskogel wel eens deel uitgemaakt kan hebben van dat stukje geschiedenis.

Hierna een soortgelijke kanonskogel van vijf kilogram maar deze komt uit de Amsterdamse bodem gevonden bij de aanleg van de zogenaamde Noord-Zuidlijn.



Wim Fecken.