Onze Wim F. is een enthousiast onderzoeker van allerlei archieven. Als hij iets interessants op het spoor is, bijt hij zich erin vast, net zolang tot hij het hele verhaal te pakken heeft. En zo is hij tot dit verhaal gekomen:
Korte geschiedenis van een pleegkind
Een geschiedenis van ruim
negentien kantjes tekst. Maar omwille van de beperkte plaatsruimte hier de
hoofdpunten uit een onderzoek. Een onderzoek dat wel als topsport aangemerkt
kan worden vanwege veel ondervonden barrières. De persoon in kwestie beschouw
ik als mijn platonische vriendin die warme gevoelens bij mij opwekte. Lees hier
het waarom. Soms vind je vreemde berichtjes in de archivalia. Als voorbeeld een
kort briefje van de burgemeester van de plaats Soest van 13 augustus 1887 en
gericht aan zijn ambtgenoot in 's-Graveland. Een zekere vrouw Van Beek,
geboren J. van Zweden, geeft voor in maart 1886 à costi (ter uwer plaatse)
wonende een kind aangenomen te hebben van een zekere schipper G. de Weerd, die
met een schip steenen in uwe gemeente zoude gelegen hebben; dat de grootvader
van gebrek in dat schip zoude zijn gestorven en ten koste uwer gemeente
begraven. Dat zij het kind uit medelijden heeft aangenomen enz. enz. Deze vrouw
woont sedert november 1886 alhier in Soest. Gaarne zou ik van u vernemen of dit
waarheid is, dan wel een verhaal. Het antwoord van 's-Gravelands
burgemeester kwam al snel want twee dagen later schreef hij het volgende
bericht aan zijn ambtgenoot in Soest. In
antwoord op het verlangen vervat in uwe letteren van den 13 dezer maand N.363,
wordt u medegedeeld dat op den 26 februari 1886 te dezer plaatse, in een schip
liggende in de vaart alhier, is overleden Hendrik de Weerd, schipper,
woonachtig te Hattem en deze ten laste dezer gemeente is begraven. Of hij uit
gebrek is gestorven en of een kleinkind van hem door eene vrouw genaamd Van
Beek, ter verzorging is opgenomen, is mij niet
bekend.
Wat voor verhaal schuilde
achter deze briefwisseling? Daar de archivalia verder geen informatie gaf heb
ik het 'reilen en zeilen' van het kind gevolgd. Ja, de grootvader Hendrik de
Weerd, weduwnaar en 59 jaar, was op 21 februari 1886 's nachts om half drie in
het schip 'De vrouwe Aagje' liggende
in de vaart te 's-Graveland overleden. Zijn zoon Gerrit, schipper en 34 jaar,
en Tobias Kost 49 jaar en veldwachter deden de aangifte. Over het weer ten dien
tijde is ook nog iets te vermelden. In januari is het gaan vriezen. Op de 20e van die maand wordt er al geschaatst. Op
vrijdag 12 februari is er in Ankeveen iemand door het ijs gezakt en verdronken.
Op zaterdag 27 februari zijn er wedstrijden op de schaats verreden en het heeft
ook al eens gesneeuwd, zo schrijft de G. en E.
Gerrit met het kleine
kindje op zachter weer wachtend in het kleine roefje op het achterschip ziet
lijdzaam de dagen verglijden en overdenkt de situatie. Zijn kleine oogappel kan
onmogelijk aan boord blijven. Er gloort hoop. Mevrouw Jannetje Van Beek-Van
Zweden wil het kindje opnemen en doet dit daadwerkelijk. Maar op 30 oktober
1886 verhuist de familie met het kleine kind van 's-Graveland naar Soest, de
oorspronkelijke gemeente van afkomst. Veel onbeantwoorde vragen smeekten om een
antwoord van schrijver dezes. Waarom was de moeder niet aan boord? Wat was de
naam van het kindje en hoe oud was het? Was de opvang van tijdelijke aard? Het
zoekplaatje ging naar Soest, het duurde even maar het kindje werd daar daadwerkelijk
ingeschreven. De koers werd daarna verlegd naar Hattem. Van het streekarchief
voor Epe, Hattem en Eerde ontving ik belangrijke informatie. Gerrit de Weerd,
schipper, woonde met zijn vrouw Aagje ten Katen in de jaren tachtig van de 19e eeuw aan boord van hun schip. Gerrit en Aagje
trouwden op 1 juni 1881 in Hattem en kregen twee dochters; Cipriana Geertruida, geb. op 21 december 1881 in Hattem aan
scheepsboord en uitgeschreven op 27 november 1886 naar Soest. Dit is dus
het meisje waar het om gaat. De tweede dochter was Annigje, geboren 8 oktober
1883 en overleden. 6 januari 1885 in Schiedam aan boord van een vaartuig, zoals
vermeld werd. De moeder Aagje ten Katen overleed in het Krankzinnigengesticht
in Zutphen op 22 dec. 1891. op 39 jarige leeftijd. En daar zal Cipriana kennis
van hebben gekregen want toen was zij 10 jaar. Het was een kille mistige
woensdag de 21e dec. 1881 toen Cipriana werd geboren, de
temperatuur kwam niet boven de plus twee graden uit. Zij was een peuter van
4-jaar en elf maanden toen zij bij de familie Van Beek in huis kwam. Nu ik dit
alles wist wilde ik een foto in handen zien te krijgen van Cipriana. Dat werd
een lange weg en voerde mij naar Hilversum, 'De Zwaluwenberg'. Lage Vuursche,
Bilthoven, Houten, Wijk bij Duurstede Austerlitz en meer plaatsen. Cipriana
kwam terecht in families die koddebeier, veldwachter, en onbezoldigd
rijksveldwachter als beroep hadden. In Bilthoven kreeg ik van de gemeente enige
summiere informatie en werd mij duidelijk dat Cipriana vijf zonen had. Dus
getrouwd was. Zij trouwde op 14 augustus 1903 in De Bilt en overleed op 20 november
1916 in Driebergen-Rijsenburg. De zonen trouwden en verspreidden zich in het
Utrechtse. Overleden met achterlating van kroost. Om aan familieadressen te
komen vergde de nodige inspanning. Gemeentelijke instanties mochten mij geen
informatie verstrekken. Een oproep in het Nieuwsblad 'De Kaap en Stichtse
Courant' aan afstammelingen van Cipriana leverde de beoogde informatie op. Bejaarde
familieleden melden zich en na vele gesprekken per telefoon en bezoekjes, her en
der, kwam de foto met daarop Cipriana te voorschijn. Kleinkinderen nu al
opgevorderde leeftijd, zeg maar hoogbejaard, wisten nimmer dat de foto die op
de schoorsteenmantel en ook wel op het dressoir stond, bij hun hun opa, zijn
eerste vrouw was. Met andere woorden dat de foto hun grootmoeder Cipriana was.
Dat kon ook haast niet anders want toen die kleinkinderen werden geboren was
hun grootmoeder Cipriana al overleden. Vaag wisten zij dat er ooit een Cipriana
in de familie hoorde. Al de bezochte familieleden heb ik blij kunnen maken met
onderstaande foto.

Hier dan Cipriana
Geertruida de Weerd, de schippersdochter die als vierjarig meisje in 1886 in
's-Graveland werd afgestaan. Mogelijk is de foto omstreeks haar huwelijk in
1903 gemaakt. Het lijkt alsof zij zwanger is en zal ca. 21 jaar zijn. Haar rechterwijsvinger
is gekwetst en zit in verband. De foto lag in de spreekwoordelijke oude doos in
Bilthoven-Rijsenburg. Bron: Mw. P.J. van der Laan een ongetrouwde kleindochter
en al ver in de tachtig jaar.
Als afsluiting bij dit verhaal moet nog gezegd worden
dat de grootvader Hendrik de Weerd, Cipriana's opa, inderdaad zijn graf vond aan
de Beresteinseweg in 's-Graveland. Het huwelijk van Cipriana de Weerd en Pieter
van der Laan werd in Rotterdam bezegeld. Het waarom is gelegen in het feit dat
haar vader toen al ruim 48 jaar schippersknecht was en aldaar woonde. Het paar
had vier getuigen meegenomen en het zegt ook nog iets over de band met die
getuigen. De eerste was Jan van Garderen een neef van de bruidegom, dan Jan van
der Laan een broer. Ene Hendrik van de Bunt uit Soest waarvan de relatie tot
het echtpaar mij niet bekend is geworden en haar pleegvader uit Soest Jan van
Beek. Fijn dat met de laatste de relatie altijd in stand is gebleven en dat
wekte warme gevoelens bij schrijver op. Echtgenoot Pieter van der Laan was een
zoon van Jan van der Laan en Hendrina van Garderen die woonden in de Lage
Vuursche in de Koudelaan. Cipriana was bij hen inwonend en zag wel wat in die
stoere zoon en koddebeier van haar aanstaande schoonouders. Cipriana stierf in
Driebergen-Rijsenburg aan tuberculose en een maand voor zij vijfendertig jaar
werd. Ook haar jongste zoon werd geïnfecteerd maar herstelde. Volgens
overlevering werd zij oma Sientje genoemd. Zij was een lieve vrouw maar kampte
wel veel met ziekte.
Wim F.