Sportiviteit: 8,7. Geheel in orde.
Trouw: 6,3. Dit betreft de trouw waarmee de leden de trainingen bezoeken. Bij veel leden is dat OK, maar bij sommigen is ruimte voor (soms aanzienlijke) verbetering.
Solidariteit: 8,2. Bij ziekte of bijzondere gebeurtenissen kan er nogal eens een bloemetje vanaf. Niet te duur natuurlijk.
Kennis van de spelregels: 4,5. Beslist onvoldoende. Men schijnt maar niet te kunnen onthouden dat handsballen bij voetbal, en bodychecks en armklemmen bij basketbal etc. uit den boze zijn. Zie ook het vak Geheugen.
Verbaal geweld: 6,6. Het gaat hier om verbaal geweld onderling, en richting de training. Komt regelmatig voor.
Fysiek geweld: 5,4. Niet altijd wordt de aanwezige agressie omgezet in fysiek geweld. Ruimte voor verbetering.
Geheugen: 3,4. Slecht. Het gaat hier bijvoorbeeld om het volgen van de aanwijzingen van de trainer. Worden doorgaans onmiddellijk vergeten. Dat levert dan weer Verbaal geweld op. Ook schijnt niemand te kunnen onthouden wie er nu eigenlijk gewonnen heeft bij een bepaald spelletje. Ook tijdens het spel bijhouden van de score lijkt een onmogelijke opgave.
Looptechniek: 6,3. Een pijnlijk punt. Flink wat tijd wordt besteed aan hardlopen. Sommige leden hebben een prima techniek, maar bij anderen is het slecht gesteld. Sloffen, naar binnen draaiende voeten, soms valpartijen, waggelende gang, enzovoorts. Kortom, een sterk gevarieerd beeld.
Spelinzicht: 6,1. Nauwelijks voldoende. Het voetbal lijkt doorgaans op kluitjesvoetbal, zoals kleine kinderen dat doen. Positie kiezen, tactisch inzicht: vergeet het maar. Ook bij andere takken van sport is het niet veel beter.
Namens de Examencommissie,
