Wat heeft dat nu allemaal te maken met deze trimgroep? Ik zal proberen het uit te leggen. Eerst maar even het doodverven. Dit woord - althans in de vorm van het voltooid deelwoord "gedoodverfd" - komen we de laatste tijd regelmatig in de media tegen in verband met de Olympische Spelen. Daarmee wordt dan bedoeld dat de aldus aangeduide deelnemer min of meer zeker is van een Olympische medaille. Maar het lijkt wel of dat een kiss of death inhoudt: zelden wordt de belofte waargemaakt. Er zijn natuurlijk sporters die zich hieraan weten te ontworstelen; denk bijvoorbeeld aan Ranomi, die het fantastisch doet. Laten we hopen dat er ook andere sporters zijn die alsnog de belofte waarmaken.
Doen we bij de trimclub aan doodverven? Natuurlijk niet. Zonder dat doen we het natuurlijk al voortreffelijk. Morele druk, hoge verwachtingen, aandacht in de media: het doet ons allemaal niets. Dat hebben we dus niet nodig.
Tegels sjouwen: iets dat Gerard van O. vandaag bedacht om te voorkomen dat het bouwzand de gymzaal ingelopen werd. Zie het maar als alternatief voor de oefeningen met medizinballen (die onlangs weer teruggevonden zijn).
Tijdens het potje basketbal ontstond er weer een kleine gezagscrisis. Aan Yme werd gesuggereerd dat hij toch meer als marinier moest optreden. Het uiterlijke kenmerk van zo iemand is de mariniersbaret, in de wandeling "bloedblaar" geheten: blauwe baret, met een rood veld met daarop een onklaar anker. Er was enige uitleg nodig: bij een onklaar anker bevindt de stok zich in hetzelfde vlak als de vloeien, en zo is het anker niet voor gebruik gereed.
De opkomst was vandaag overigens voortreffelijk: 11 deelnemers plus later een extra koffiedrinker. De potjes basketbal en voetbal waren zeer geanimeerd, en redelijk sportief.
Bij de koffie werd het pas echt gezellig: Hubert was jarig geweest (wat is hij nog lekker jong!) en trakteerde op overheerlijke koffiekoeken.